Vrijwel iedereen heeft hetzelfde mooie vooruitzicht dat je straks met pensioen kan gaan. Na tientallen jaren te hebben gewerkt kun je op je oude dag genieten van je vrijheid. Althans, dat is de bedoeling. Toch is het niet vanzelfsprekend dat je volop kunt genieten als je jouw pensioengerechtigde leeftijd hebt bereikt. Er verandert niet alleen veel op het gebied van pensioenregelingen, maar niet iedereen heeft ook een goede regeling. In veel gevallen moet je zelfs je pensioen aanvullen om straks niet meer te hoeven werken. Maar hoe weet je of je pensioen opbouwt, waar je recht op hebt als je met pensioen gaat en hoeveel je moet sparen voor je pensioen? Wij geven de antwoorden op deze belangrijke vragen.
Hoe en wanneer kan je met pensioen gaan?
De eerste vragen die je hebt is hoe en wanneer je met pensioen kan gaan en dat zijn ook legitieme vragen. Je pensioen is iets waar je als twintiger, dertiger of zelfs veertiger nog helemaal niet aan denkt, maar het is verstandig om nu alvast te kijken hoe je ervoor staat en of je straks überhaupt wel met pensioen kan gaan.
In loondienst
Als je in loondienst bent, bouw je ook pensioen op. Als je werkgever tenminste een goede pensioenregeling heeft en het is nu eenmaal een feit dat niet iedere werkgever die heeft. Heb je nog nooit een e-mail of brief van een bank of een verzekeraar gehad? Dan is het misschien slim om in te loggen op www.mijnpensioenoverzicht.nl en om te controleren of je pensioen opbouwt of hebt opgebouwd.
Als je pensioen opbouwt is er niet veel aan de hand, want je bent dus al aan het sparen voor je oude dag. Hoeveel je spaart en hoe warmpjes je er straks bijzit, is afhankelijk van de regeling en hoe goed die is. Ook via de website kun je zien hoeveel pensioen je opbouwt, wat je hebt opgebouwd en wat je inclusief de AOW-uitkering straks krijgt uitgekeerd als je met pensioen gaat. Dan weet je dus ook hoeveel geld er binnenkomt en je kunt zelf uitrekenen of dat voldoende is om ervan rond te komen.
Wanneer je werkgever geen pensioenregeling heeft is het slim om te investeren in een goede pensioenregeling. Je moet dus zelf pensioen opbouwen als je straks op je pensioengerechtigde leeftijd met pensioen wil gaan. Verschillende banken en verzekeraars bieden pakketten aan waarmee je kunt sparen voor je pensioen.
Als ondernemer of zzp’er
Ben je niet (meer) in loondienst en ben je ondernemer of werk je als zzp’er? Dan wordt er hoogstwaarschijnlijk geen pensioen meer opgebouwd. Wat je hebt opgebouwd blijft staan, maar het is in de regel onvoldoende om straks te kunnen leven. Dus als ondernemer of zzp’er moet je zelf een pensioenregeling treffen. Dat kan eveneens met een verzekeraar of een bank. Er zijn verschillende manieren waarop je pensioen kunt opbouwen en op die manier zorg je ervoor dat je straks na je pensioengerechtigde leeftijd goed kunt leven.
Pensioengerechtigde leeftijd
Je mag met pensioen gaan als je jouw pensioengerechtigde leeftijd hebt bereikt en die is per persoon verschillend. Op de website van de SVB kun je uitrekenen wat jouw pensioengerechtigde leeftijd is. De pensioengerechtigde leeftijd staat ook tot en met 2027 vast en is gemiddeld 67 jaar. Voor veel mensen is de pensioengerechtigde leeftijd inmiddels 69 jaar en na 2027 komen hier weer enkele maanden bij. Dus check ieder jaar wat jouw pensioengerechtigde leeftijd is, want je moet wellicht je plannen voor een aanvullend pensioen bijstellen als er iets verandert.
AOW-uitkering
Een pensioenuitkering bestaat uit meerdere onderdelen. Je hebt dus een uitkering van een bank of een verzekeraar als je via je werkgever hebt deelgenomen aan de pensioenregeling, je ontvangt eventueel een uitkering van een aanvullend pensioen dat je zelf hebt geregeld en je ontvangt een AOW-uitkering. AOW staat voor Algemene Ouderdomswet en wordt afgeleid van het minimumloon.
De AOW-uitkering ontvang je vanuit de overheid en het is een minimumbedrag waarvan wordt verwacht dat je ervan kunt leven. Hoe hoog de uitkering is, is afhankelijk van waar je woont en hoe lang je in Nederland hebt gewerkt. Doorgaans is alleen een AOW-uitkering niet voldoende om ook rond te kunnen komen. Dus een aanvullend pensioen, in welke vorm dan ook, is altijd meer dan gewenst. Of liever gezegd cruciaal als je straks tijdens je pensioen ook gelukkig wil zijn en geen stress wil hebben.
Pensioenregelingen en -fondsen
Er zijn verschillende pensioenregelingen en pensioenfondsen. Welke pensioenregeling je hebt is afhankelijk van waar je werkgever voor kiest. Je bent in ieder geval verplicht om aan de pensioenregeling deel te nemen als je in loondienst bent bij een werkgever die een regeling aanbiedt. Hier heb je geen invloed op. Een werkgever kan kiezen voor een pensioenfonds of zelf een pensioenfonds oprichten, en premiepensioeninstelling of een verzekeraar. In dat laatste geval mag je ook spreken over een pensioenverzekering.
Pensioenfonds
Een pensioenfonds is een financiële instelling die de taak heeft om een omgebouwd pensioen uit te keren aan haar deelnemers wanneer de pensioengerechtigde leeftijd is bereikt. Er zijn verschillende pensioenfondsen;
- Bedrijfstakpensioenfonds is een pensioenfonds dat de pensioenregeling uitvoert voor een bepaalde bedrijfstak.
- Ondernemingspensioenfonds is een pensioenfonds dat de regeling uitvoert voor een bepaalde groep ondernemers die zich hierbij hebben aangesloten.
- Beroepspensioenfonds is een pensioenfonds dat de pensioenregeling uitvoert voor bepaalde beroepsgroepen.
- APF (Algemeen Pensioen Fonds) is een pensioenfonds dat de pensioenregeling uitvoert voor iedereen die zich vrijwillig bij de APF heeft aangesloten.
Ben jij bijvoorbeeld heel je leven actief geweest in de bouw en heb je voor verschillende werkgevers gewerkt? Dan is de kans aanwezig dat je pensioen krijgt vanuit een bedrijfstakpensioenfonds. Als jouw werkgevers zich bij het pensioenfonds hebben aangesloten. En zo zijn er nog tig voorbeelden op te noemen over hoe een pensioenfonds werkt.
Premiepensioeninstelling
Een werkgever kan er ook voor kiezen om het pensioen te laten uitvoeren door een pensioenbewaarder. Dit kan bijvoorbeeld een bank zijn. Voor een deelname worden er vaste afspraken over bijvoorbeeld premies gemaakt, maar de PPI is nooit verantwoordelijk voor de risico’s. Kies je als werkgever voor een instelling die de premies gebruikt voor het creëren van kapitaal? Bijvoorbeeld door het geïnvesteerde geld te beleggen? Dan is er altijd een risico dat de pensioenregeling lager uitvalt.
Pensioenverzekering
De pensioenverzekering wordt uitgevoerd door een verzekeraar of een collectief van verzekeraars die de pensioenregeling uitvoert. Denk aan grote bekende spelers, zoals Nationale Nederlanden en Aegon. Deze regelingen zijn veilig en garanderen dat werkgevers op hun pensioengerechtigde leeftijd kunnen profiteren van een goed aanvullend pensioen. Dat wordt ook wel het ouderdomspensioen genoemd. Deze vorm wordt samen met een pensioenfonds het vaakst gekozen door werkgevers.
Hoe sparen voor je pensioen?
In Nederland bestaat niet zoiets als een pensioenplicht. Met andere woorden: jouw werkgever is niet verplicht om een pensioenregeling aan te bieden. Het is fijn als je hiervan bewust bent, want als er geen pensioenregeling is moet je dus zelf voor een aanvullend pensioen zorgen. Wat dus cruciaal is als je op je pensioengerechtigde leeftijd met pensioen wil gaan. Alleen een AOW-uitkering is niet voldoende om te kunnen leven. Daarom is het slim om zelf te sparen voor je pensioen als je geen pensioenregeling vanuit je werkgever krijgt of als je als ondernemer of zzp’er werkzaam bent. Er zijn verschillende manieren waarop je kunt sparen voor later.
Lijfrente
Een methode om te sparen voor je pensioen is om te investeren in een lijfrenterekening, lijfrenteverzekering of beleggingsrecht. Bij een lijfrenterekening of beleggingsrecht leg je een vast bedrag in en je spreekt ook af dat er vanaf een bepaalde leeftijd, zoals de pensioengerechtigde leeftijd, periodiek een gelijkmatig verdeeld geldbedrag wordt uitgekeerd. Bij een lijfrenteverzekering betaal je maandelijks een premie tot het moment dat de uitkering plaatsvindt. Wanneer je lijfrenteverzekering, rekening of beleggingsrecht aan een aantal voorwaarden voldoet, mag je de investeringen ook aftrekken van je inkomsten. Je betaalt hier dus geen belasting over. Wanneer dergelijke regelingen worden goedgekeurd staat beschreven op de website van de Belastingdienst.
Spaarrekening
Een spaarrekening is ook een methode om te sparen voor je oude dag, maar er kleven een aantal nadelen aan een spaarrekening. Je krijgt namelijk geen of een minimale rente over het bedrag dat je inlegt en bij een vermogen van € 57.000,- of meer betaal je inkomstenbelasting. Deze vorm van sparen voor het pensioen wordt dus niet vaak gekozen. Een ander nadeel is ook dat een spaarrekening doorgaans vrij toegankelijk is en dat je in de verleiding kunt komen om het geld voor andere dingen te gebruiken. Zoals een verbouwing of de aanschaf van een auto.
Aandelen en obligaties
Je kunt ook beleggen in aandelen, aandelenfondsen en obligaties. Dit zijn ook investeringen voor op de langere termijn en je kunt bij verschillende banken en financiële instellingen complete pakketten afnemen waarmee je verantwoord en slim belegt. Je hebt dus ook helemaal geen kennis nodig van aandelen en obligaties om op die manier te sparen voor je pensioen. Het nadeel is altijd dat het positief en negatief kan uitpakken, want zekerheidjes zijn er niet. Je kunt wel zelf bepalen in hoeverre je risico wil lopen, maar als je voor een laag risico kiest is het rendement van je pakket ook minimaal. Bij een hoog risico is het rendement ook hoger, maar de kans is ook groter dat je jouw inleg (gedeeltelijk) verliest.
Investeren in vastgoed en edelmetaal
Je kunt ook investeren in andere zaken, zoals vastgoed en edelmetaal. Vastgoed wordt in de regel meer waard en je kunt dus op je oude dag vastgoed verkopen om er vervolgens van te kunnen leven. Heel veel mensen kiezen ervoor om bijvoorbeeld bij het bereiken van een pensioengerechtigde leeftijd hun huis te verkopen en op hun oude dag een appartement te huren. Investeren in edelmetaal is ook slim, omdat bijvoorbeeld goud waardevast is en ook meer geld waard wordt.
Hoeveel sparen voor je pensioen?
De grote vraag is natuurlijk hoeveel je moet sparen voor je pensioen en dat is per persoon verschillend. Het ligt aan je huidige regelingen, de hoogte van je AOW-uitkering en je wensen en eisen hoeveel geld je moet sparen. We kunnen wel uitgaan van een gemiddelde en wat het onderzoek van bijvoorbeeld het Nibud aangeeft over hoeveel geld je nodig hebt om gelukkig te kunnen leven tijdens je pensioen.
De gemiddelde leeftijd is in Nederland ongeveer 82 jaar. Ervan uitgaande dat je pensioengerechtigde leeftijd 67 jaar is, moet je dus 15 jaar van je pensioen kunnen leven. De gemiddelde uitgaven per maand zijn op dat moment ongeveer € 1200,-. Dat houdt dus in dat je een bedrag van minimaal € 216.000,- moet sparen als je ook in die periode goed en gelukkig wil kunnen leven. Uiteraard moet je voor jezelf bepalen welk bedrag je nodig hebt of wil hebben om te kunnen rentenieren.
Pensioen bekijken
Via de website www.mijnpensioenoverzicht.nl krijg je meer zicht op hoeveel pensioen je hebt opgebouwd, hoeveel AOW je krijgt en wat je nog aan pensioen opbouwt. Met deze cijfers weet je dus of je straks voldoende geld hebt om gelukkig te kunnen leven. Als je berekening uitwijst dat het niet voldoende is, zul je dus moeten nadenken over een aanvullend pensioen op je AOW en de pensioenregeling(en) vanuit je werkgever(s).
Pensioen aanvullen
Als je niet voldoende geld hebt voor je pensioen, moet je dus aan de slag met een aanvullend pensioen. Ook als je werkgever geen pensioenregeling heeft of als je als ondernemer of zzp’er werkt. Dan ben je er zelf verantwoordelijk voor dat je straks ook na je pensioengerechtigde leeftijd genoeg geld hebt om te kunnen leven.
Eerder met pensioen
Wil je eerder met pensioen? Dat kan! Je krijgt dan weliswaar geen AOW-uitkering, want die krijg je alleen wanneer je de pensioengerechtigde leeftijd hebt bereikt. Maar je kunt natuurlijk wel genoeg geld sparen om tot aan je pensioen en daarna te kunnen leven zonder dat je voor je geld hoeft te werken. Dan moet je dus uitrekenen hoeveel vermogen je nodig hebt om vanaf een bepaalde leeftijd te kunnen rentenieren. Houd er wel rekening mee dat je over een bepaald vermogen inkomstenbelasting betaalt en dat je ook te maken krijgt met de inflatie. Je vermogen kan dus op termijn minder waard worden als er een hoge inflatie is. Zoals dat nu het geval is.